
,
Gebruik voor het reinigen van het apparaat nooit een
stoomreiniger. Stoom kan in aanraking komen met delen
die onder spanning staan en zo kortsluiting veroorzaken.
–
Reinig het apparaat na elk gebruik. Laat het apparaat eerst
afkoelen.
–
Wrijf het apparaat na elke vochtige reiniging droog. U
voorkomt zo kalkafzettingen.
–
Laat vastzittende verontreinigingen eerst inweken.
–
Door overgekookte voedingsmiddelen op het hete appa
-
raat kunnen op de branders verkleuringen ontstaan. Ver
-
wijder verontreinigingen daarom meteen!
– De oppervlakken van de branders en pannendragers wor-
den met de tijd iets matter. Dit is normaal en heeft geen
gevolgen voor het gebruik van de kookplaat.
Om beschadigingen aan de oppervlakken te voorkomen, mogen de volgende
middelen niet worden gebruikt:
– soda-, alkali-, ammoniak-, zuur- of chloridehoudende reini-
gingsmiddelen.
– kalkoplossende reinigingsmiddelen.
–
vlekken- en roestverwijderaars.
–
schurende reinigingsmiddelen, zoals schuurpoeder, vloei
-
baar schuurmiddel en reinigingssteen.
–
oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen.
–
reinigingsmiddelen voor afwasautomaten.
–
grill- en ovensprays.
–
glasreinigers.
–
schurende harde borstels en sponsjes (zoals pannen
-
sponsjes) en gebruikte sponsjes die nog resten schuur
-
middel bevatten.
–
puntige voorwerpen
(zodat de dichtingen tussen de lijst en het werkblad niet
beschadigd raken).
Reiniging en onderhoud
34
Kommentare zu diesen Handbüchern