
Inductie
22
De juiste pannen
Geschikt zijn pannen van:
– roestvrij staal met een magnetiseer‐
bar
e bodem.
– geëmailleerd staal.
– gietijzer.
Niet geschikt zijn pannen van:
– roestvrij staal met een niet magneti‐
seerbar
e bodem.
– aluminium of koper.
– glas, keramiek of aardewerk.
Als u niet zeker weet of een pan ge‐
schikt is voor inductie, houdt u een
magn
eet tegen de bodem van de pan.
Als de magneet blijft hangen, is de pan
over het algemeen geschikt.
Als u een ongeschikte pan gebruikt,
knipperen op het bedieningspaneel van
de kookzone de vermogensstanden
1-9.
De kwaliteit van de bodem van de pan
kan het bereidingsresultaat beïnvloeden
(bijvoorbeeld het bruin worden van pan‐
nenkoeken).
– Kies voor een optimaal gebruik van
de k
ookzone een pan met een pas‐
sende bodemdiameter (zie hoofdstuk
"Kookzones"). Als de pan te klein is,
wordt deze niet herkend en op het
bedieningspaneel van de kookzone
knipperen de vermogensstanden 1-9.
– Gebruik alleen pannen met een glad‐
de bodem. Een ruwe bodem kan
kr
assen op de keramische plaat ver‐
oorzaken.
– Til pannen op als u ze wilt verplaat‐
sen. U voo
rkomt zo vlekken door
wrijving en krassen.
– Houd er bij de aanschaf rekening
mee dat pannenfabrikan
ten vaak de
maximale diameter of de diameter
aan de bovenkant vermelden. Van
belang is echter alleen de (meestal
kleinere) bodemdiameter.
Kommentare zu diesen Handbüchern